Plantage Alkmaar
Alkmaar in Suriname 1745-heden

26 november 2022 t/m 19 maart 2023

Het slavernijverleden van Alkmaar belicht

Van 26 november t/m 19 maart 2023 presenteert Stedelijk Museum Alkmaar de tentoonstelling Plantage Alkmaar. Alkmaar in Suriname 1745-heden. Deze belicht het Alkmaarse slavernijverleden en specifiek het verhaal van plantage Alkmaar in Suriname, een weinig bekend en nauwelijks onderzocht thema uit de Alkmaarse geschiedenis. In de expositie zullen zeer uiteenlopende voorwerpen getoond worden, zoals gereedschappen, servies, archiefstukken, kaarten en kunstwerken. Zeer bijzonder is een serie waterverftekeningen van plantage Alkmaar en omgeving, gemaakt in de periode 1811-1816 en nooit eerder in Nederland tentoongesteld.

Slavernij en de stad Alkmaar
Net als andere steden in de Republiek was Alkmaar vanaf de zeventiende eeuw betrokken bij slavernij en slavenhandel. Zo namen Alkmaarse burgemeesters deel aan het bestuur van de West- en Oost-Indische Compagnie, waren Alkmaarders aanwezig bij de veroveringen in Afrika, Amerika en Azië en voeren er in de West- en Oost-Indische wateren schepen met de naam Alkmaar. Natuurlijk werden ook in Alkmaar de producten van de plantages verhandeld, zoals suiker, koffie en cacao. Het verhaal van de Alkmaarse slavernijgeschiedenis zal worden verteld aan de hand van schilderijen, archiefstukken, kaarten en bijzondere objecten.

Plantage Alkmaar in Suriname
In 1745 werd aan de Commewijnerivier in Suriname plantage Alkmaar opgericht. De plantage zou uitgroeien tot één van de grootste suikerplantages in Suriname. Na sluiting van de plantage bleef Alkmaar voortbestaan als een dorp, met nu zo'n 6.000 inwoners. Het tweede en belangrijkste deel van de tentoonstelling zal over deze suikerplantage gaan.

In 1745 kocht de Alkmaarder Jacobus Hengevelt (1696-1746) een groot stuk land aan de Commewijnerivier in Suriname. Hengevelt woonde al enkele tientallen jaren in Suriname, waar hij, net als zijn vader in Alkmaar, landmeter en kaartmaker was. Nog voordat de plantage in bedrijf ging, stierf Hengevelt, maar de naam Alkmaar bleef. Zijn weduwe Catharina de Lies hertrouwde in 1747 met Charles Godefroy (1704-1773), die beschouwd wordt als stichter van plantage Alkmaar.

Plantage Alkmaar, in de volksmond Goedoefrou genoemd, was één van de grootste in zijn soort: waar op een gegeven moment meer dan 600 tot slaafgemaakte mensen te werk werden gesteld. Eerst werd er koffie verbouwd, na de introductie van de stoommachine ging men over op suiker. Toen de slavernij in 1863 werd afgeschaft woonden er 445 slaafgemaakten op de plantage (ter vergelijking: op buurplantage Zorgvliet waren dat er 77). Deze mensen moesten nog tien jaar op de plantage werken, waarna contractarbeiders uit India het werk overnamen.   

Waterverftekeningen 
Plantage Alkmaar heeft verschillende eigenaren gehad. In 1811 kocht Willem Benjamin van Panhuys (1764-1816) de plantage. Zijn echtgenote, Louise van Panhuys, maakte in de vijf jaar dat zij in Suriname woonde (1811-1816) ongeveer tachtig grote waterverftekeningen: van de gewassen die verbouwd werden tot de mensen in haar omgeving en van de plantages in de buurt tot de hoofdstad Paramaribo. Daarvan zullen er 23 te zien zijn in de tentoonstelling.

Slaafgemaakte Joanna
Het verhaal van plantage Alkmaar wordt verteld aan de hand van persoonlijke verhalen en verschillende perspectieven, waaronder de slaafgemaakte Joanna, een van de ‘beroemdste’ slaafgemaakte vrouwen van Suriname – de geliefde van de Schots-Nederlandse soldaat John Gabriel Stedman (1744-1797). Stedman was een van de eersten die een omvangrijke beschrijving van Suriname publiceerde. Toen John terugkeerde naar Nederland in 1777 liet hij Joanna en hun zoontje Johnny achter op plantage Alkmaar. Tot haar dood in 1782 woonde Joanna daar. 

Dimitri Madimin - Laatste verhaaldragers
In opdracht van Stedelijk Museum Alkmaar reisde kunstenaar Dimitri Madimin (1975) naar het Surinaamse Alkmaar om portretten van bewoners van de voormalige plantage te maken. Deze ‘laatste verhaaldragers’ hebben een belangrijke plaats in de tentoonstelling. Een van de geportretteerden is Madimins grootmoeder, die opgroeide in het kindertehuis op Alkmaar.

De tentoonstelling wordt samengesteld door gastconservator Mark Ponte in samenwerking met junior conservator Juliet Harrison en museumconservator Christi Klinkert.

Tentoonstelling verwacht: 26 november 2022

Deze tentoonstelling wordt mede mogelijk gemaakt met steun van:

gezinsticket

Voordelig naar het museum met het gezin, dat kan! Er is een gezinsticket voor €24.- verkrijgbaar (geldig voor twee volwassenen + kinderen). Vraag ernaar bij de entreebalie.

families